Jaap van de Uilenwerkgroep in de Krimpenerwaard liet onze twijfel over de aangetroffen uilensoort al een beetje bevestigen. Is het nou een Asio Otus of een Strix Aluco? Tussen het struikgewas van de hazelaar konden we niet de hele uil zien en op de gemaakte foto ontbraken de typische oortjes van de Ransuil. Daarnaast is het vreemd dat een roestplek van een bosuilenfamilie, die er toch al jaren moet zijn, op een dag in bezit genomen is door een Ransuil.
De afgelopen dagen dus de fotocamera met telelens meegenomen om een betere foto te maken. En ja hoor! Geen uil meer aangetroffen! Alleen de uilenballen en de schijtplekken verraden zoals altijd de aanwezigheid. Maar gistermiddag was het dan toch raak. De uil zat weer in de hazelaar en in een niet al te slechte fotografische positie. Terwijl ik foto’s maakte, zag ik al dat het één van de jonge bosuilen betrof. Nog meer grijs dan bruin, nog niet zo groot als de ouders en hier en daar nog wat dons tussen de veren. De bosuil werd op een gegeven moment wat zenuwachtig van mijn fotoshoot en besloot er tot mijn spijt vandoor te gaan. En toen vloog niet alleen deze kanjer weg, maar ook zijn of haar broertje of zusje. Ook nog grijs, niet al te groot en dus hoogstwaarschijnlijk ook een pullus. Tijl en Tilly zijn er dus nog allebei!
Later werd Boerin Suuske ook nog verrast door de jonge bosuil. Terwijl ze de schijt aan de voet van de hazelaar bestudeerde, kreeg ze bijna een braakbal op haar hoofd. Toen ze omhoog keek, staarde de bosuil haar recht in de ogen aan: Opzouten jij! Dit is mijn roestplek!
Mooi!